Cross the Northsea to the UK

Eva Lianne Bert Engeland
Het venijn zit hem in de kop… of staart.....

De tijd vliegt…. Een jaar geleden stelde Bert ons DE vraag. Gaan jullie volgend jaar mee naar Engeland. Dat is toch absoluut een eer en teken van vertrouwen dat in ons werd gesteld. We varen nu dik 2 seizoenen bij Team Windrose tijdens de WAC en de boot voelt als een tweede huis voor ons.

Na toch enige aarzeling, omdat we niet helemaal wisten wat die overtocht zou inhouden, zeiden wij beiden toe. Voorbereiding zou wel goed komen.

En nu een jaar later is het dan zover,  de grote oversteek naar Engeland, de ontgroening….

Tijdens Hemelvaart zouden we gaan proef zeezeilen om alvast wat te wennen. Een tocht van Naarden naar IJmuiden- Scheveningen- IJmuiden en weer terug naar Naarden. Maar de zee hebben we niet gehaald, want na een dag motorproblemen strandden we in Marina Amsterdam bij Loetje aan het IJ. Ok, dan van de nood maar een deugd gemaakt en genoten van een biefstukje met jus, bubbels en in “BAD”, want ja dat hebben ze daar! De volgende dag ver in de middag zijn de problemen na een eindeloze zoektocht ( testen, uitsluiten, demonteren, monteren) en de hulp van onze mede WAC-er en scheepsmotorspecialist Xander Bianchi verholpen. Montana Piels was zo goed om een nieuwe opvoerpomp te halen in Loosdrecht en na montage door Xander konden we weer vertrekken. Helaas terug naar Naarden. 2 leerzame dagen gehad, maar met lichte deceptie omdat we geen zee ervaring hebben kunnen opdoen.

De week erna treffen we dan onze laatste voorbereidingen:

Primatour, cinnarizine, gembertabletten, seabandjes inslaan, de laatste thermokleding en fleecejasjes. Vitamine C 1000 blijven slikken, veeeeel lekker eten verzamelen (snelle jelles, trekdrop, biscuitjes, chocola, harlekijntjes etc) en de wind en het weerbericht in de gaten houden.

De spanning neemt toe.

Op vrijdag sta ik op met flinke migraine, zal vast de spanning zijn om wat gaat komen. Gelukkig lukt het om mezelf weer op te lappen en om 12.15 uur arriveer ik op de boot in Naarden. Bert heeft de watertank gevuld en de bak met spiritus om te kunnen koken. De stootwillen krijgen nog mooie nieuwe sokjes om. We zijn er helemaal klaar voor.

Om 1 uur varen we de haven uit en onder een stralend blauwe hemel zetten we koers naar de Hollandse brug. Vlak voor de brug komen we Artemis tegen die ook op weg is naar IJmuiden. We besluiten nog even met zijn allen koffie te doen bij het ons inmiddels welbekende Loetje!

Daar treffen we ook onze uitzwaaier Lotteke. Met zijn allen genieten we van de koffie met gebak.
Dan is het tijd om weer verder te gaan. We vervolgen onze reis en varen via het Noordzee kanaal naar de sluis in IJmuiden. Daar is hij dan eindelijk, de Noordzee!

Maar voor nu buigen we af naar de haven van IJmuiden. In de haven ontmoeten we het overige reisgezelschap. Ze staan ons groentjes al op te wachten. Vers vlees J en wensen ons veel succes.

Dan genieten we nog bij Admirals van een laatste maaltijd en gaan de meisjes vroeg naar bed. Bert gaat om 22.00 uur nog naar het parlaver om de laatste details te ontvangen.

De grote dag:

Lianne en ik hadden besloten om de heenreis zonder medicijnen te proberen. We waren uitgerust en goed aangekleed, kortom goed voorbereid dachten we….

Als we om 06.00 uur vertrekken is het grauw en grijs in IJmuiden. We hebben zelfs een beetje regen.

De wind is noord noord oost en voorspeld is dat hij kan toenemen tot 20 knopen. Een zogenaamde “fresh breeze”.

Lianne neemt de eerste stuurbeurt. De Wendelin  heeft ons inmiddels ingehaald en zorgt dat we makkelijk op zicht koers kunnen houden. Na een klein uur begint de wind toe te nemen en wordt het lastig om de boot in het roer te houden. Bert deelt ons het heugelijke nieuws mee dat we een rif moeten zetten. Joepie, ik mag op het voordek, dat is vragen om problemen, want hoe verder je voorop de boot komt, hoe meer beweging….

Met behulp van Bert zet ik het rif en daarna is het al raak. Mijn ontbijt besluit om via de bovenzijde mijn lichaam te verlaten en kiest het ruime sop. Oef dat is een tegenvaller en ik steek daarmee Lianne ook aan die haar kopje sterrenmix naar buiten werkt. Gezellig hangen we om de beurt over boord met klontjes San Francisco biscuitjes en sliertjes kots in ons haar en denken: waarom wilden we ook alweer naar Engeland op een zeilboot en dachten we geen pilletjes nodig te hebben????!!!! Ik wil terug, ik kan niet terug, survivalstand aan…. Nog maar 100 mijl te gaan….

Ondertussen blijft Bert onversaagd doorsturen, onze rots in de branding.

Langzaam begin ik weer wat op te krabbelen en het idee dat Bert niet 24 uur alleen kan varen dringt door in mijn hoofd. Na ongeveer 3,5 uur zet ik de knop om. Ik verzamel moed en haal mijn dichte handschoenen en zonnebril uit de kajuit, 5 minuten later neem ik het roer over van Bert. Het gaat steeds beter. Als je weer controle hebt, zakt de zeeziekte ook weer weg.

Het weer is ook opgeknapt en de zon schijnt heerlijk. Ik begin steeds meer gevoel te krijgen hoe ik op de golven moet reageren tijdens sturen. Het is toch wel leuk!

We koersen zo verder en in de middag begin ik wel vermoeid te raken. Bert zet de muziek aan en we bouwen een feestje op “the opposites”. Genieten! Eten lukt nog steeds niet op 1 trekdropje en een paar slokjes Karvan Cevitan na.

Om half 5 ben ik dan ook echt “leeg”. Lianne heeft het zwaarder te pakken en ligt nog steeds in survivalmodus buiten op de bank. Maar ook Lianne moet door de zure appel heen bijten. Ze krabbelt op en neemt vanaf dan het roer over. Ik ben de controle kwijt en voel direct de zeeziekte weer terugkomen. Das nou jammer. Ik verdwijn in de kajuit om volledig in te storten.

Lianne en Bert varen door van twilight tot diep in de nacht. Ik krijg de gelegenheid om op te warmen en bij te slapen. Ik krijg zelfs een dekentje van Bert, want hoeveel laagjes je ook aantrekt, als je thermostaat stuk is wordt je niet meer warm.

Het laatste uur is ook bij Lianne het lichtje weer uitgegaan en Bert probeert mij naar buiten te lokken met “prachtig uitzicht op Engelse kust”. Het kan me niet verleiden. Uiteindelijk wordt het lokken sommeren, want er moet goed worden gekeken waar de haven ingang is, voordat we ergens tegenaan varen in de duisternis. Het laatste uur sta ik weer op dek om met Bert naar binnen te varen.

Als we in de haven van Lowestoft aankomen is de opluchting groot! 02.00 uur Nederlandse tijd, 01.00 uur Engelse tijd. We hebben het gevaren in 20 uur en zijn 2e van de groep! Toch best een prestatie! Dat moeten we ons maar mentaal herinneren, want we waren te ziek om foto’s te nemen.

Wankel zetten we onze eerste stapjes op Engelse bodem. De wereld tolt, de magen zijn leeg. Voorzichtig nemen we een paar zoute chippies. Bert wil wel aan de bubbels, maar dat kunnen we nog niet aan. Morgen misschien?! Maar eerst slapen als een windroos…..

De volgende ochtend bekijken we de schade aan de boot en concluderen dat hij wel een sopje kan gebruiken. De assepoesters schrobben de Windrose grondig en hij blinkt weer als nieuw!

We gebruiken de zondag/ rustdag om door Lowestoft te struinen en inkopen te doen voor de volgende avond. Bert blijkt berucht in Lowestoft, want hij wordt direct herkend door de lokale bakker. ‘s Avonds verzamelt dan iedereen voor het parlaver in de the Royal Norfolk & Suffolk Yacht Club waarna we gaan dineren bij de Harbour Inn.  Een gezellige avond waar over en weer wordt verteld over de ervaringen van de heenreis en tips worden uitgewisseld tegen zeeziekte. Wij zijn een en al oor.

Alle deelnemers die voor het eerst naar Engeland hebben gezeild, worden in het zonnetje gezet en ontvangen een oorkonde en rode stropdas. Vanaf nu mogen deze Robbeknotsen de rode broek dragen.

Maandag varen we ontspannen van Lowestoft naar Woolverstone totaal zo’n 45 mijl.

Eva ontbijt koude kip van de Harbour Inn en Lianne bakt 2 eitjes. Bert maakt zich uit de voeten voor die vreselijke lucht en hangt in de kuip met een bakje koffie.

We hebben een heerlijke dag met vooral veel ruime wind. We spinakeren het eerste stuk langs de kust op een kalme zee en zetten de zeilen later als “melkmeisje”. Lianne en Bert regelen het voordek en zetten de boom erin. We bouwen nog een feestje op de playlist van mijn telefoon.

Tegen 18.00 uur bereiken we de haven van Felixstowe en geniet ik vooral van de machtig mooie containerschepen die worden volgeladen. Je kunt niet anders dan ontzag hebben voor die zeereuzen.

We volgen de rivier Orwell stroomopwaarts en om 20.00 uur leggen we aan bij de Woolverstone Marina, want de Royal Harwich Yachtclub was al vol. Hier trekken we onze eerste fles bubbels open. Nu komen we een beetje in “vakantiestemming”.

Na een culinair hoogstaand diner van zelfgebakken kabeljauw en tuinbonen buiken we uit in de kajuit. Lianne besluit de corveedienst op zich te nemen en Bert en ik wagen ons aan een spannende wandeling door het donker naar de Butt en Oyster in Pinmill waar de rest van de groep zich tegoed doet aan ale en cider. Daar aangekomen is de bar nog welgeteld 10 minuten open en mogen we alweer aan de terugtocht beginnen. Jammer. Het is gezelschap is direct ontnuchterd als ze met zaklampen de weg terug moeten vinden. We komen veilig terug en slapen de volgende dag uit.

Dinsdag genieten we wederom van een rustdag. Het is heerlijk zonnig weer. De meisjes gaan een uurtje op dek liggen om te lezen en de “pandabeerlook” weg te werken die is ontstaan door het dragen van de zonnebril aan boord. Bert poedelt zich schoon in het toiletgebouw en slaat cola en melk in voor de terugtocht morgen.

’s Middags wagen we opnieuw een tocht naar de Butt en Oyster voor een gezamenlijke lunch.

We zien de omgeving bij daglicht en die is echt prachtig. Een glooiend landschap met prachtige velden, oude karakteristieke bomen, een bloemenzee en aan de andere zijde de oever van de rivier met moerasachtig landschap en bootjes op het drooggevallen slib.

De lunch is heerlijk. We maken nog een kleine wandeling in de buurt en maken ons daarna klaar voor de vaart naar de Levingstone harbour in Suffolk. Daar gaat het nog even mis met tanken. De pomp is onbemand en bij afrekenen krijgen we een rekening van 28 liter, terwijl we maar 20 in de tank kwijt kunnen. Door de consternatie wordt vervolgens de stroom niet aangesloten door de havenmeester. Daar kwamen we pas achter nadat we de hele boot overhoop hadden gehaald. Dan maar een koel nachtje. Goed voor de nachtrust.

Vanavond heeft Bert geregeld dat we eten op het lichtschip van Slavka en Ivan. Een Bulgaars stel dat weet hoe je gasten blij kan maken. Ze gaan speciaal voor ons open! In de voorgaande jaren heeft de club hier ook gegeten voor heel weinig geld en goede kwaliteit. Men verbaasd zich daar nog steeds over en verheugd zich op het diner dat gaat komen. Hoe verder we in de week komen, hoe meer we elkaar leren kennen. Vanavond komen de verhalen los. Er wordt gedronken en alles op rekening van de Willing! ;)

Maar we maken het niet te bont, want het is ons galgenmaal. Morgen weer fris aan de overtocht beginnen.

Woensdag varen we om 07.00 uur Engelse tijd weg uit de haven.

De groep ligt dicht bij elkaar.

De pilletjes zijn geslikt en we hebben goed ontbeten. Deze tocht gaat lukken.

De eerste mijlen varen we op de motor en grootzeil, want er is te weinig wind om snelheid te maken.

Dan gaan we over op genua 2 en varen zo lange tijd stabiel tussen de 5 en 6 knopen. We nemen bij toerbeurt het roer en Bert tovert voor de lunch heerlijke wentelteefjes tevoorschijn.

Tegen 21.00 uur begint de schemering en neemt de wind toe. De kust komt in zicht, maar dat is nog wel 5 uur varen. De golven worden ook steeds hoger en de meisjes houden het roer niet meer.

Bert en ik zetten weer een rif, ik toch maar even met de lifeline vast, want het zou jammer zijn als ik van boord spoel.

De laatste uren is Bert weer onze held, want hij zeilt ons door de wind van 20 knopen en meer. Wij zitten als verstijfde konijntjes achterop en incasseren af en toe een boeggolf. Bah lekker fris!

Dat houdt je wel wakker. Met een vaart van vermoedelijk 7 of 8 knopen jakkeren we op Scheveningen af. We navigeren via de I-pad naar de haveningang. Dan besluit een vissersboot naast ons achteruit te varen en is er even een vloekpartij aan boord. Uitgeput komen we in Scheveningen aan. Het venijn zit hem dus echt in de staart. Als we de tijd berekenen, komen we erachter dat we als een malle hebben gevaren! 120 mijl in 19 uur en 15 min. Nog sneller dan de heenweg! Een record!

De volgende morgen pakken we weer onze rust. Al snel wordt duidelijk dat we ook niet te lang in Scheveningen kunnen blijven, want de wind gaat aantrekken. We besluiten om die avond om 22.00 uur te vertrekken. ’s Middags nodigen Thea en Rien Stam de hele groep uit voor een afsluitende borrel aan boord van de Wendelin en daarna scheiden onze wegen.

Met een visje van Simonis in de mik toch nog een perfecte nacht…

De wind is zuidwest,  zo’n 12 knopen. De hemel licht bewolkt met heldere stukken en de halve maan licht ons bij. We varen in 5 uur naar IJmuiden met alle boten om ons heen zichtbaar door de toplichtjes en staren af en toe naar de sterrenhemel. Wat een mooie afsluiting!

De Willing en Windrose varen door naar Marina Amsterdam, doen een kort tukkie en vrijdag om 12.00 uur varen wij door naar Naarden. De wind is flink, maar met alleen de fok erop is de boot gemakkelijk te sturen. We voelen ons weer helemaal thuis op het IJmeer en Gooimeer.

Om half 4 zetten we weer voet in Naarden. Het begint net te spetteren, dus snel de huik over het grootzeil en de Genua in de tas. Bert staat al pannenkoeken te bakken. The good life!

Home sweet home!

We hebben een onvergetelijke reis gehad. Zou je volgende jaar weer gaan?

Vraag het ons over een weekje…….